Chocolade, Goedele en David? Ok we hebben alles - Reisverslag uit Oslo, Noorwegen van David Nowak - WaarBenJij.nu Chocolade, Goedele en David? Ok we hebben alles - Reisverslag uit Oslo, Noorwegen van David Nowak - WaarBenJij.nu

Chocolade, Goedele en David? Ok we hebben alles

Door: webmaster

Blijf op de hoogte en volg David

20 Maart 2009 | Noorwegen, Oslo

Een tas thee, een zakje nootjes naast me en Goedele die vanuit haar kamer luidkeels aan het zingen is, het perfecte decor om me weer eens aan een blog tekst te zetten. Want waarschijnlijk zitten jullie weer te wachten op een blogtekst en vraagt iedereen zich geïnteresseerd af wat ik allemaal doe. Deze laatste zin hoop ik in elk geval :).

Laten we eerst samen vanuit Zweden naar het verre China gaan, want daar waren we met de kinderen geëindigd. De eerste week van het project maakten de leerlingen prachtige muren om zich te beschermen tegen de Hunnen. De muren waren echter wat groot uitgevallen, zodat er geen plaats was aan de muren om de muren op te hangen, en ik geef toe dat deze zin wat ingewikkeld is aan het worden en misschien ook een beetje lang, dus mijn excuses dat ik jullie ademnood bezorg, want je weet dat je pas mag ademen bij het punt he! Even het begin van de zin terug lezen, want ik ben vergeten waar ik heen wilde. Ahja, we hebben de Chinese muur dan maar opgehangen aan het plafond en wonderbaarlijk genoeg is de muur maar één keer naar beneden gekomen, interessante info overigens.

Nu de klas veilig was konden de kinderen samen met ons feest vieren en uiteraard gebeurde dat met een poppenkast over een oud Chinees sprookje over een harp die niet wilde spelen. Toen de opvoering gedaan was vroegen de zeven – en de negenjarigen onmiddellijk of we het nog eens konden spelen, leuk compliment:). Later de week kwam de draak van het verhaal zomaar de klas in en verstoorde de hele les, want zij wilde perse een portret zoals de draak op de kaart. De kinderen gingen meteen met handen en voeten aan de slag, en wel erg letterlijk deze keer. Zie maar naar de foto’s!

Ondertussen zijn Lien en Isabel, twee vrienden van Goedele aangekomen in Övik. Uiteraard hebben we ze ingewijd in de duistere mysteriën van de FIKA en we zijn ook enkele keren op jacht geweest naar de wilde Zweedse sneeuwzeekoe. Gevaarlijke expeditie door hoge sneeuw en gladde trappen. En enkele dagen later voegde beu zich aan de ZOTTE bende toe. Voor de vergeetachtige zielen, Beau is een Togonees uit Zwitserland die we leerden kennen in Stockholm. Hij kwam ons goeie dag zeggen voor enkele dagen en had een koffer bij vol Afrikaans eten, dat werd een heerlijke week met fufu, jam, plantain,…


Met z’n vijven maakten we Övik wel erg onveilig, ja we waren een leuk groepje! Op onze vrije dinsdag zijn we met onze gasten en de kinderen gaan skiën en deze keer ben ik maar acht keer gevallen, ik maak vooruitgang. De leerkrachten zien me graag vallen trouwens dat merkte ik duidelijk aan de reacties van hen toen ik de grote berg afskiede. (lees: af donderde) Na afloop kreeg ik als eerste van ons groepje een echte medaille en diploma, waarschijnlijk voor het meest aantal grappige duikelingen, maar daar zeiden ze niets van.

Voor we het wisten moesten de twee vriendinnen van Goedele weer naar huis. Dus samen trokken we naar de stad om aan de bus afscheid te nemen van hen. Onderweg moesten we een trap op, Lien en ik klommen langs de spiegelgladde treden (ja als je moeite deed kon je nog wel een tree herkennen) naar boven, al sleurend met een valies.
Achter ons sukkelden Isabel en Goedele een beetje, dus de superman in mij werd aangesproken. Ik trok mijn rode cape aan, zei: “Wacht, ik kom helpen” stapte de eerste trede af en gleed de andere plat op mijn rug naar beneden. Tot zover mijn goede daad…


Zaterdagavond, enkele dagen na het vertrek van Lien en Issabel, zou Beau vertrekken naar Zwitserland, dus met alle bagage begaven we ons naar het busstation. We wachtten, en wachtten, en wachtten… Tot ik al grappend zei: “Zeg Beau heb jij wel een ticket voor zaterdag?”
“Ja, natuurlijk “ zei Beau, terwijl hij zijn ticket te voorschijn haalde. “ kijk maar hier!” zei hij erg zelfzeker. Aan de top van zijn wijsvinger stond zwart op wit ‘ Söndag 22u’ geschreven. We stonden er dus een dag te vroeg. Knap vervelend want Beau had in Stockholm een vlucht om 10 in de ochtend en de bus vertrok dus pas zondag om 22u en nog snel een taxi naar de hoofdstad is ook een slecht idee want dan betaal je al gauw 9000kronen. Dus ja, een dagje langer in Övik dan maar, arme Beau.

Zondag en maandag houden we ons bezig met opruimen (het was nodig) en voorbereiden, want dinsdag gaan we op reis! We wilden nog eens wat avontuur opsnuiven, dus zochten we het eens een beetje verder en trokken we naar de Lofoten in Noord Noorwegen, zo’n 2000km van de Noordpool. (sterk afgerond) Leuk, we zaten dichter bij de Noordpool dan bij thuis. Maar daar zijn we dus eigenlijk nog niet, het schrijven loopt voor op de gebeurde feiten.

Nu ja, maandagavond vertrekken we hier met de trein naar Narvik, waar we zo’n 15 u later zouden aankomen. Maar wat was het mooi onderweg, vooral het laatste deel van de rit was fenomenaal. Stel het je voor: je zit in een trein, je wiegelt heen en weer op de zachte cadans van de sporen. ‘kedeng kedeng kedeng…’ Je kijkt naar buiten en ziet het landschap voorbij gaan. Maar wat een landschap!!!!
Weidse besneeuwde vlaktes, bevroren zeeën, prachtige kolossale, enorme rotsige bergen met een laagje suikerwitte sneeuw,waarvan sommigen met hun voeten in helderblauw water stonden en dit alles onder een stralende hemel en een zon die wist waarvoor hij/het/ze (wil niemand beledigen) bestaat.

Half verdoofd en verdwaasd ( lichtelijke herhaling misschien)komen we aan in Narvik. Niet goed wetende wat ons overkomen is, wat een treinreis. Ik wou dat je met de trein van Antwerpen naar Oostende hetzelfde landschap had…
Narvik is een stad in Noorwegen, aan het water onder het toeziende oog van reusachtige bergen. De stad is een tijdelijke stopplaats. We hebben slechts tijd genoeg om eerst een half uur in winkels te vragen of ze bladgeld kunnen wisselen voor metalen rondjes, zodat we onze bagage in een locker kunnen zetten, om tenslotte toch de bagage te moeten meesleuren het resterende kwartier om dat in Noorwegen niemand klein geld heeft, ik kan er van mee spreken.

We zetten onze reis verder naar Å i Lofoten, (jeuhj heb eindelijk de bol erop gekregen) het laatst bereikbare dorp op de eilanden van Lofoten. Een busrit van 6 uur staat ons te wachten, maar (sorry voor de herhaling) wat een reis!!
De weg slingert zich tussen de indrukwekkende bergen en langs de prachtige kusten waarover de zon een feeëriek schijnsel werpt. Onderweg hebben we zelfs negen elanden tegengekomen, en het waren er echte want ze bewogen “en het waren er grote” zegt Goedele terwijl ze wijsvinger en duim twee cm van elkaar houdt.

Als we eindelijk aankomen, is alles donker en de het dorp slaapt. Ja slapen, daar hebben wij ook wel zin in. Op zoek naar een slaapplaats dan maar en zien da we niet in zee vallen, want veel verlichting is hier niet en strooien doen ze hier duidelijk niet. Na een tijdje dolen vinden we de jeugdherbergen die allemaal al gesloten zijn. Na bij een aantal huizen aan te bellen, komen we uiteindelijk bij een oud meneertje die ons zijn schuur aanbiedt. “Maar het is veel te koud” zegt hij, “Zou je niets anders gaan zoeken?”
“Nee hoor” antwoordden we in koor, “Het is perfect!”. Ja, perfect dat was het wel. Ik vond het best gezellig in zo’n houten hutje tussen de zagen, bijlen, drogende vis en was en nu hadden we toch een beetje een gastgezin.

De volgende ochtend trokken we naar de jeugdherberg om ons daar te installeren. Na een stevig soepontbijt (uit pure miserie want we hadden nix anders) gaan we het dorp verkennen. Overal waren er houten stellingen gebouwd waaraan vis hangt te drogen en de nostalgische houten huisjes die op palen in het water staan ontsnappen niet aan onze fotolens!
Het was echt zalig om aan de waterkant te staan en te staren over de zee en de schemerige bergen die in de verte uit de watervlakte rezen. Het klotsende geluid van de golven tegen de rotsen en het schater gelach van de meeuwen, maakten ons enorm stil. Je moet niet vragen, Goedele en David waren stil, dan moet het toch wel erg indrukwekkend geweest zijn he :)

We verlieten daarna het dorp en gingen de bergen in, vanwaar we een pracht zicht hadden op enkele andere bergen die in een paarsige gloed (denk ik toch) aan de horizon lagen. We plofte neer, ergens waar we ons konden neergooien, zonder naar beneden te donderen en genoten tijdens het geknabbel van het prachtige uitzicht. Na het eten probeerden we heldhaftig de toppen van de bergen te pakken te krijgen, maar dat wilde toch niet erg vlotten. Na een korte pauze in het dorp met ijsjes met vuurwerk (we moesten onze anti – ruziedag nog vieren) wandelden we naar het nabij gelegen dorp en Goedele ging onderweg op schattenjacht onder de rotsen, grappig zicht, geloof me. Toen we zagen dat de zon wel erg mooi aan het ondergaan was, staakten we onze jacht en renden terug naar ons plaatsje in de bergen(we hebben al wel erg veel “onze plaatsjes”, maar ja, alles is gewoon van ONS) om van een pracht spektakel te genieten. Moe van al het wandelen en weer wat rijker van de mooie indrukken, trokken we naar ons kamertje.

Het was al donker buiten, Goedele nestelde zich gezellig met een boekje, terwijl ik me achter het gordijn verstopte, en met een tas thee in de hand op uitkijk stond. Want ik voelde dat het Noorderlicht ging komen. Ik had een eland gevangen en voor de deur gezet (niemand zal deze grap begrijpen) en had daarenboven extra mijn best gedaan met mijn noorderlichtdans vanochtend. Maar na een tijdje was ik het beu en plofte ook ik mijn bedje in, totdat iets in me zei: “Davidje David, je hebt honger, ga naar de keuken.”
Naar stemmetjes moet je ALTIJD luisteren, dus ik dook de keukenkast in. Met een stuk kaas in mijn handen keek ik naar buiten door het keukenraam en dacht: “amai das een rare wolk” en boog me daarna weer geconcentreerd over mijn boterham. Ik keek toch nog eens een tweede keer naar buiten. Het was echt een vreemde wolk, hij begon aan de ene kant van de berg en ging in een boog helemaal naar de andere kant. “Euhm, Goedele, wil je even komen kijken? Er is hier zo’n rare wolk.”
Goedele legt haar boek opzij, komt naast me staan en zet haar gezicht tegen het raam. “Inderdaad, het is zo lang en groen…” antwoordt ze.
“Zou het….” Noorderlicht zijn????” vervolledigen we tegelijkertijd. “Ja, het is noorderlicht” roept Goedele.
Meteen rennen we door de kamer als gekken. “Waar zijn mijn schoenen, en mijn jas, waar is die stomme camera nu naar toe???”
Enkele minuutjes later stormen we naar buiten, gewapend met statief en camera.

Naar waar moeten we nu? Naar de kust? Nee, daar zie je niets. Naar de bergen dan?
Ja snel, nee wacht, neem hier al een foto. Hoe werkt dat hier, ik krijg dat statief niet open, waar is de juiste stand hier op de camera, is de foto gelukt? Zie daar straks naar, kom rennen, pasop dat is hier glad….deze voorbije tekst moet u erg snel, zenuwachtig en al ademhappend uitspreken, dan zul je wel vrij juist zitten hoe het echt gebeurd is.
Eindelijk komen we aan ons plekje aan, krijgen we het statief behoorlijk in zijn stand en vinden we het juiste knopje op de camera. “OOOOOh, wat mooi zeggen we, terwijl we een vreugde dansje doen. Wat was ik gelukkig, ik heb gewoon het Noorderlichtgezien met prachtige fiere bergen als achtergrond, of een ondergrond, want die bergen zaten wel onder het noorderlicht. Nog een keer zeg ik het: het was praaaaaachtig!!!! Na een uurtje is de laatste opflakkering voorbij en trekken we terug naar onze kamer, want morgen wacht ons een vermoeiende dag.

Gepakt en gezakt vertrekken we de volgende ochtend te voet het dorp uit. Ons doel ligt zo’n vier dorpen verder, daar willen we dan de nacht doorbrengen en de volgende ochtend vroeg met de bus weer naar Narvik. We volgen de slingerende autoweg tussen de rotsen en bergen, terwijl de zee trouw aan onze zijde blijft. Ik kan voor deze tocht echt niet veel andere woorden verzinnen dan mooi, fenomenaal, indrukwekkend,…
Plots verdwijnt de autoweg in een berg (ja in een tunnel dus he) en moeten de voetgangers rond de berg. De autoweg is mooi sneeuwvrij gemaakt, maar de voetgangersweg uiteraard niet. In het begin reikt de sneeuw tot boven de enkels, dus dat vormt geen probleem, maar al gauw wordt de sneeuw dieper en dieper en wordt het echt zwaar om vooruit te komen, zeker met die rugzak en arme Goedele haar voeten waren ondertussen aan het verdrinken van al het smeltwater in haar schoenen. Het is moeilijk te omschrijven wat we ervoeren tijdens onze tocht, dat is echt ondoenbaar…Laat ik dan maar meteen overgaan naar onze picknickpauze zo’n drie dorpen verder. We waren al tamelijk moe en hadden wel zin in een warm tasje chocomelk of zo. Maar het enige wat we zien in het dorp is een supermarkt. We gaan er dan maar binnen en vragen, waar het dichtstbijzijnde café is. “Aah, zo’n tien kilometer verder!” antwoordt de vriendelijke dame.
Dat was nu toch wel net iets te ver voor ons. We besluiten dan maar iets te kopen hier en in de koude buitenlucht te picknicken.
Maar dan zien we tussen de pakkensuiker en het rek met de onderbroeken, een tafeltje staan met een koffiekan. We nemen de kan en wandelen terug naar de kassierster. “We zien hier koffie staan, maar we hebben zelf thee bij, zouden we misschien warm water mogen en hier een beetje eten?”
De vriendelijke dame zet meteen water voor ons en laat ons zonder probleem aan het tafeltje zitten. nog snel even wat eten kopen en dan picknicken in de supermarkt, tussen de suiker en de onderbroeken dus. Grappig, zie je jezelf in België ook al picknicken in een supermarkt?
Opgewarmd trekken we verder naar het volgende dorp waar een zacht bedje ons opwacht! Zacht bed, dat had je gedacht ja!!
Al de slaapplaatsen waren veel te duur in dit dorp. Gelukkig waren er langs de waterkant, met zicht op de bergen enkele huisjes die je kan huren tijdens de zomer. Nu waren die dus gesloten en we besloten (dat rijmt hihihi) om de tent hier op te zetten. Er was echter iets te veel wind en we moesten moeite doen om de tent ervan te weerhouden met de wind mee te gaan.
Ok, geen slaapplaats, geen tent, dan maar in openlucht slapen onder de sterren!

We zochten ons een plaatsje op een terras half op het water en installeerden onszelf met onze slaapzakken en trokken al onze warme kleren over elkaar aan. Zo, de Michelinbandjes waren klaar om te slapen. Nog even genieten van de heerlijke sterrenhemel en dan oogjes toe. Geen noorderlicht meer deze keer. Jammer… Ik was wel een beetje bang, want soms heb ik de neiging om van mijn matje te rollen en als ik dat deze keer zou doen, zou ik het koude zeewater inrollen met slaapzak en al en dat is net echt een aanrader denk ik zo.

Het einde ga ik wat sneller afhandelen dan het stuk tussen de eerste zin en deze zin.
De volgende ochtend stonden we om 5u op, om de bus zeker niet te missen.we genoten nog van een prachtige zonsopgang en reden dan moe maar voldaan naar Narvik. Waar we zes uur later aankwamen om meteen de trein in te springen naar Övik. Het was een vermoeiende reis, maar het was het dubbel en dik waard!!!!

  • 20 Maart 2009 - 21:41

    Nina:


    Wat een prachtige landschappen weer (en Noorderlicht)! Heel indrukwekkend!

    En die avonturen van jullie...is het niet wreed koud zo gewoon in een slaapzakje onder de blote hemel slapen? Ik moet er niet aan denken! (had je niet zo'n huisje kunnen kraken?) :-p

    Liefs,

    Nina

  • 21 Maart 2009 - 08:20

    Evi:

    Amai, amai, wat een avonturen! En die foto's van het Noorderlicht zijn super ongelooflijk cool! Dat moet inderdaad een hele ervaring geweest zijn om dat in het echt te zien! Ik ben blij dat je alle verhalen en avonturen met ons wil delen, want ik ben toch altijd wel nieuwsgierig wat je allemaal meegemaakt hebt!

    Wel, vele kusjes en groetjes van Evi uit België!
    -xxx-

  • 21 Maart 2009 - 12:43

    Maria:

    Ik kan niet veel meer toevoegen aan de vorige reacties. Ik vind de foto's en de avonturen ook indrukwekkend.
    Kan je daar geen skilessen nemen?
    Dikke knuffel en geniet nog verder van je verblijf in Zweden.

  • 21 Maart 2009 - 13:41

    Buurvrouw:

    Hejsan David

    wat een mooi verhaaltje weeral. Gelukkig dat je nog net een eland kon strikken om het noorderlicht te vangen. Ben je al wat beter geworden in het nabootsen van plankton? Of niet? De laatste maandjes gaan in en op het einde zullen er veel traantjes komen, van mij dan alleszins.

    Dag "net iets meer dan bijna ridder"

    Burgemeester Guoidale

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

David

Welkom iedereen om mijn weblog. Bij deze is mijn weblog ingewijd met mijn eerste bericht!

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 338
Totaal aantal bezoekers 29766

Voorgaande reizen:

28 September 2007 - 30 November -0001

Comenius assistent in Zweden

Landen bezocht: